De stad puft, zucht en gaapt. Het is heet. Zoals elke zomer – dat kan ik wel schrijven, nu we aan de derde beginnen – laat ik de kinderen los in ons zwembad. Zwembad?
Opblaasbadje. Ik haal het Hema-exemplaar van vorig jaar uit de kast en begin er lucht in te pompen. Pfff… Dat ben ik, maar dat is ook de bodem van het bad. Niet erg, er zal geen water uitlopen, alleen het zachte zitkussen is stuk. Er blijkt ook nog een ring lek te zijn, maar we houden er twee over. Genoeg om een middag lol mee te hebben.
De meisjes trekken hun nieuwe zwempak aan, laden hun waterpistool en spelen als wilden. Nou doen ze dat eigenlijk altijd al wel. Ik probeer ze continu tot kalmte te manen – tevergeefs. ‘Praat nou niet zo hard, ik ben vlakbij, ik hoor je zo ook wel.’ ‘Schreeuw niet zo.’ ‘Niet gillen.’ ‘Zachtjes!’ Of in het Frans, omdat ik hoop dat het dan beter doorkomt: ‘Arrêtez!’
Zelfs bij 33 graden hoor ik ze kwetteren op het terras. Onvermoeibaar. Hoe kan het toch dat je de meeste Franse kinderen nauwelijks hoort? Zijn die beter afgericht of zit het toch gewoon in de genen? Ik begin er steeds meer van overtuigd te raken dat het het laatste is.
In hun eindeloze woordenstroom – het water golft inmiddels over het lekke badje – vang ik iets nieuws op. Het is Catharina die haar vocabulaire heeft uitgebreid. Ik kan mijn oren niet geloven, dus vraag ik haar voor de zekerheid: ‘Wat zeg je nou de hele tijd?’ Ze antwoordt: ‘Putain!‘
Dat moet ik maar niet al te persoonlijk opvatten. Want als ik haar vraag wat dat dan betekent, zegt ze: ‘Au!’ Ze heeft echt geen idee dat het een lelijk woord is, en ze schrikt er een beetje van. De kinderen op school gebruiken het, legt ze uit, tijdens hun spelletjes op het schoolplein. Ze zeggen putain als ze zich pijn doen.
Grappig. Toen we nog niet zo lang in Parijs woonden, zei Catharina eens heel hard: godverdomme! Alle vingers wezen beschuldigend naar haar vader en mij. Die vreselijke vloek kon ze alleen van haar ouders hebben opgepikt. Nu ze in het Frans vloekt, treft ons geen enkele blaam. Echt, van ons kan ze het niet hebben. Putain, betekent dat niet hoer of zo? Dat hoort ze me zelfs in het Nederlands niet zeggen.
Natuurlijk weet ik wel dat het meer betekent dan het letterlijke hoer. Met dank aan Arno Hintjens, in de jaren tachtig zanger van de door mij bewonderde band T.C. Matic. Hoe vaak heb ik het hem niet horen zingen: putain, putain, c’est vachement bien, nous sommes quand même tous des Européens.
Putain. Leuk woordje.